maandag 29 oktober 2012

de 15e vermaanddag

Bedenken wat Amitai's favoriete bezigheid was deze maand was tegelijkertijd makkelijk en moeilijk. Eerst zat ik namelijk heel lang te denken over iets in de lijn van de vorige twee maanden, een spelletje of activiteit ofzo, maar daar kon ik niets over bedenken. Hij vind het nog steeds leuk om lades uit te ruimen, en nu ook om ze weer in te ruimen (dat is een fijne nieuwe ontwikkeling). Hij klimt nog steeds graag de trap op, maar niet meer zo graag als een paar maanden geleden. Maar er is eigenlijk niet een opvallend nieuw ding bijgekomen. Dus toen heb ik een tijdje nagedacht over de afgelopen maand in het algemeen, en wat er nu wel opvallend anders was. En toen wist ik ook meteen wat het onderwerp van de 15e vermaandddag zou worden: eten. Amitai is de afgelopen maand een heel erg grote fan van eten geworden. Hij eet vaak. Hij eet veel. Hij eet graag. Dus ja, hij is toch een kind van ons. De vreetgenen laten zich er niet uit evolueren. En nu lijkt zijn favoriete eten een banaan. Hij hoeft maar zo'n geel ding te zien en hij wordt wild. Voor deze fotosessie geen banaan, maar roerei. Dat vond hij wel aardig, maar niet zo lekker als banaan. Wat misschien weer kwam omdat hij vlak daarvoor een hele banaan naar binnen had geademd. Ach. Officieel is het fruit, zo'n banaan, dus twee of drie van die dingen op een dag kunnen geen kwaad, toch?


Verder heeft Amitai zich deze maand gestort op nadoen. Allerhande procedures die wij uitvoeren doet hij na. Tandenpasta op de tandenborstel doen. In pannen roeren. Met een doekje poetsen. En (mijn minst favoriete) met de toiletborstel in de wc schrobben. Natuurlijk haalt hij niet de dop van de tandenpasta, en komt er meer water uit het toilet dan dat er in blijft (als hij al niet de toiletborstel lekker dicht bij zijn gezicht houdt om m van heeeeeeel dichtbij te inspecteren: ieuuuuuw). Maar toch, het is grappig om te zien hoeveel hij ziet en onthoudt, zelfs al hebben al die handeling nog weinig tot geen betekenis voor hem. Verder kan hij nu uit volle overtuiging gedag zeggen, en dat hij iets lekker vind (met gebaren, niet in woorden. hoewel ik die twee nog wel eens door elkaar haal omdat het handgebaar zo hetzelfde is, maar voor hem lijken het duidelijk twee verschillende dingen). Grote afwezige vooruitgang is natuurlijk praten. Ik heb nog geen coherent woord kunnen ontrafelen uit zijn copieuze gebabbel, maar omdat de nonverbale communicatie steeds beter gaat is dat nog geen heel groot probleem.

Geen opmerkingen: