dinsdag 3 juni 2014

Amitai spreekt


Ik post veel te weinig over Amitai, en dat terwijl hij ons iedere dag weer verrast en vermaakt met zijn vrolijke gezelligheid, inventiviteit en allesomvattende schattigheid. Maar ja, ik kan niet heel een blog vullen met gedweep over mijn eerstgeborene. Maar een post over alle dingen die hij zegt, en die ik wil onthouden, dat kan natuurlijk wel. Dus bij deze, een verzameling Dingen Die Amitai Heeft Gezegd, met daarbij wat random foonfoto's van de afgelopen maanden.


"Ik heb het omgeknoeid!" als hij een glas, beker of bakje met inhoud omgooit.


Een maand of 2 nadat Zev was geboren: "Zevje is van Marte, en Amitai is van Abbaatje." Niet speciaal grappig, maar wel confronterend vond ik. Want inderdaad, die eerste maanden zat Zev eigenlijk aan mij vastgeplakt, terwijl Yair het grootste deel van Amitai's dagelijkse zorg op zich nam. Het was op een gegeven moment zelfs zo dat als ik Zev een keer niet in de draagzak/ op mijn arm/ op schoot/ op mijn borst had dat Amitai soms ineens met grote schrikogen vroeg "Waar is Zev nou?". Alsof ik 'm ergens per ongeluk had laten liggen.


"Wil je mij lukken?" oftewel wil je mij helpen? Omdat ik vaak zeg "Lukt het? Zal ik je even helpen?" als het lijkt alsog hij ergens hulp bij nodig heeft. Ik neem aan dat daar de associatie tussen lukken-helpen is ontstaan.


Toen we net een paar weken in Engeland woonden begon Amitai al snel wat Engels op te pikken. Zijn eerste woord na zijn eerste dag op het kinderdagverblijf was mine, gevolgd door This one. Beiden natuurlijk uberpraktisch voor in een omgeving waar andere kinderen de hele tijd jouw spullen willen afpakken (miiiiiiiiiine) terwijl jij alles wil hebben (this one en this one en this one en this one). Heel eventjes sprak Amitai ook een mengelmoesje van Nederlands en Engels door elkaar: 
"Ik wil deze this one."
"Dat is de door van de cat." (wijzend op een kattenluik)
Dat heeft niet lang geduurd trouwens, hooguit een week. Nu lijkt hij de talen netjes gescheiden te houden.


We liepen over de campus van de bushalte naar het kinderdagverblijf. Wijzend naar een vrij nondescript gebouw: "Daar zijn twee winters." Hmmmmm, OK? Het duurde even voor ik had uitgevogeld wat hij precies bedoelde, maar na goed kijken zag ik dat hij wees naar de airconditioning units. Eerder die week hadden we een andere route genomen waarbij we vlak langs vergelijkbare units liepen, en er kwam een luchtstroom uit (Amitai vond dat maar niets trouwens, doodeng).
luchtstroom = wind
ding dat luchtstroom genereert = een winter
Weet hij veel dat je wind met een -d schrijft terwijl je een /t/ uitstpreekt!


Nadat ik hem poffertjes had gegeven met een plakje banaan op elk poffertje (om het toch nog een beetje gezond te maken)
Amitai: "Mag ik nog meer koffertjes?"
ik: "Nee, het is poffertjes, met een P"
Amitai: "Nee, met banaan toch?"


En dan zijn er nog de woorden die hij consistent verkeerd uitspreekt. Altijd maar weer, sommigen al maanden lang. Politiedeauto,bijvoorbeeld, en palaplu. Het maakt niet uit hoe vaak wij hem verbeteren, of zelf het goede voorbeeld geven door nog maar eens te zeggen "Ja inderdaad, jij hebt je paRRRRaplu goed vast". Ik merk dat ik zelf steeds meer moeite krijg om die woorden goed te blijven zeggen. Gelukkig heb ik het met volwassenen niet vaak over politiedeauto's.


Een nieuw net-niet-goed opgepikt woord is trouwens dierosaurus (een vriendje op het kinderdagverblijf is helemaal gek van dinosaurussen), maar die vind ik zo ultiem schattig dat ik hoop dat hij het nog lang fout blijft houden.

Geen opmerkingen: